De schoolvisie van ’t Kroontje
’t Kroontje is een kleinschalige, open school in een groene landelijke omgeving.
De leerlingen beleven en voelen de warmte, de koude, de frisheid en de kleuren van de vier seizoenen door de openheid en ligging van de school.
De naam van onze school is gebaseerd op de parabel ‘iedereen een kroontje’ van Luc Versteylen.
In onze school verdient ieder kind een kroontje: iedereen is gelijkwaardig in zijn uniek en anders zijn.
In ’t Kroontje hechten we belang aan ieders kwaliteiten, interesses en beperkingen.
’t Kroontje is een school waar elk talent naar boven kan komen om zich ten volle te ontwikkelen.
Door ons goed uitgebouwd zorgbeleid proberen wij tegemoet te komen aan de noden van elk kind. Wij willen een zorgzame school zijn voor alle kinderen. Een positief zelfbeeld, motivatie en initiatief zijn de kern van de ontwikkeling van een kind.
Wij streven naar gelukkige en gemotiveerde kinderen. Door onze manier van werken zorgen wij er voor dat kinderen graag naar school komen en zo komen tot leren.
Wij streven er ook naar dat kinderen respectvol en zorgzaam met elkaar omgaan.
Wij zijn een school waar ieder kind zich thuis kan voelen binnen een geborgen omgeving en waar ‘iedereen iedereen kent’. Wij streven naar een kwaliteitsvolle leeromgeving.
De parabel van ‘iedereen een kroontje’
Er was eens een klein klasje en in dat klasje, daar hadden alle kinderen een kroontje op. Niemand van de kinderen vond dat vreemd, want zij waren dat gewoon.
Maar op een keer kwam er daar in dat klasje een inspecteur binnen. Die komt van tijd tot tijd eens kijken of alles goed gaat in de school. En verschieten dat hij deed, want dat had hij nog nooit gezien.
Hoe kan dat nu, riep hij uit? Kroontjes worden toch alleen maar gedragen door de besten van de klas.
Dat is het juist, lachten de kinderen! Wij zijn allemaal de beste van de klas. Hoe zit dat, wou de inspecteur vragen, maar hij was een vriendelijk man en ook een klein beetje nieuwsgierig. En daarom vroeg hij: “Vertel mij eens allemaal, waarom jullie ieder een kroontje dragen.”
En zij allemaal aan het vertellen: omdat ik het vlugste kan lezen; ik, omdat ik het snelste kan tellen; en ik, omdat ik het mooist kan schrijven. En de inspecteur luisterde maar.
Nu zat er vooraan in de klas een jongetje en dat zag er niet erg slim uit. Maar ook hij droeg heel fier een kroontje. Dus je kan wel denken hoe benieuwd de inspecteur was naar wat het jongetje ging zeggen. En jawel hoor, daar was het zijn beurt. En even fier als al de anderen stond hij recht en sprak met luide stem:
“Omdat ik het velste kan splinge …”
Luc Versteylen